Door op 18 september 2014

Mondelinge vragen over theater

Tijdens de raadsvergadering van 18 september heeft fractievoorzitter Graddy Sondern vragen gesteld aan het college over de situatie rond het theater in het Waterfront. Hieronder haar volledige tekst en de bijbehorende vragen. De PvdA beraadt zich nu op de antwoorden van het college.

De afgelopen weken is cultuur minnend Harderwijk opgeschrikt door het bericht dat het College van Harderwijk een streep zet onder de zoektocht naar mogelijkheden om met commerciële partners een theatervoorziening in het Waterfront te realiseren. Uit de berichten in de krant en de brief van het college maken wij op dat de ondernemers die betrokken zijn geweest bij het uitwerken van de betreffende business-case nog niet bereid zijn om de realisatie van een multifunctioneel gebouw in het Waterfront op te geven. Verder kon de raad kennisnemen van de plannen van het college om het concept ‘de stad als podium’ verder op te pakken.
De afgelopen weken zijn we als PvdA fractie van verschillende kanten vol ongeloof benaderd door de cultuurwereld van Harderwijk en veel verontruste burgers. Het interview met de directeur van het theater mevrouw Kroeske, in de Stentor van gisteren, is daar een goed voorbeeld van.

De raad heeft in december 2012 besloten om een business-case te laten uitwerken voor een multifunctioneel gebouw in het Waterfront met een theaterfunctie. Onderzoek naar een alternatief voor een gebouwde theatervoorziening (in het Waterfront), namelijk ‘ de stad als podium’, werd door de raad via een amendement uit het toenmalige voorstel van het college gehaald, omdat de raad belang hecht aan een gebouwde theatervoorziening en ‘de stad als podium’ geen alternatief is voor een gebouwde voorziening. In veel verkiezingsprogramma’s is het behoud van het/een theater genoemd als belangrijk voor de stad. Ook in staand beleid als de cultuurnota en de structuurvisie 2031 wordt een gebouwde theatervoorziening genoemd als belangrijk voor de stad.

Alles bij elkaar geeft het besluit van het college behoorlijk wat onduidelijkheid. Omdat de publieke opinie nu alle kanten uitschiet en niet duidelijk is hoe nu verder heeft de fractie van de PvdA Harderwijk de volgende vragen.

  1. Kan nu de conclusie worden getrokken dat het college de handen aftrekt van een gebouwde theatervoorziening in Harderwijk?
  2. De gemeenteraad heeft 2,5 miljoen gereserveerd voor een gebouwde theatervoorziening in Harderwijk. In de brief van het college aan de raad wordt met geen woord gerept over deze gelden. In de culturele wandelgangen van onze stad horen we verschillende scenario’s voorbij komen om dit geld anders te gaan besteden. Kan het college duidelijkheid geven of er met partijen gesproken is over het anders investeren van deze gelden dan door de raad oorspronkelijk beoogd? En zo ja kan het college dan duidelijkheid verschaffen wat er precies is overlegd en afgesproken?
  3. Hoe kan het zijn dat dit college de ‘stad als podium’ als alternatief voor een gebouwde theatervoorziening uit de hoge hoed tovert, en presenteert als alternatief voor de business-case ‘theaterfunctie in Waterfront’, ook al heeft de gemeenteraad via een amendement besloten dat ‘de stad als podium’ niet gezien mag worden als een alternatief?
  4. Hoe is de communicatie met het bestuur van de drie podia verlopen? Is dit bestuur door het college benaderd om mee te doen met het alternatief ‘de stad als podium’? Uit de krant kunnen we opmaken dat dat niet het geval is. Sterker nog, mevrouw Kroeske meldt in de krant dat ‘de stad als podium’ de doodssteek is voor het huidige theater. Heeft het college dit voorzien en wat is het van plan hier aan te gaan doen?
  5. In het contract met het consortium Waterfront, is een fors aantal m2 leisure opgenomen. De kern werd altijd gevormd door het multifunctionele gebouw. Hoe denkt het college het consortium hier aan te houden, nu zijzelf de handen aftrekt van een eventuele mee-investering in de ontwikkeling van een multifunctioneel gebouw met daarin een theaterfunctie zoals oorspronkelijk de bedoeling was? Is al bekend hoe het consortium denkt over deze tegenvaller? Ziet het college een rol in het vervolg van het vullen van leisure en zo ja, welke dan?
  6. Hoe denkt het college een en ander te rijmen met de door de raad vastgestelde cultuurnota en de stadvisie 2031 met de daarop gebaseerde structuurvisie 2031? In al deze notities wordt gesproken over het belang van aansprekende voorzieningen in onze stad als onderdeel van een aantrekkelijke stad met ambities. Het staande beleid om te zorgen voor een klimaat waarin bedrijven, hoger opgeleiden en de zgn. creatieve klasse Harderwijk als vestigingsplaats gaan kiezen wordt nu getorpedeerd door de keuze van het college om de stekker uit de business-case Theater Waterfront te trekken. Welke alternatieven (anders dan de stad als podium) ziet het college nu het theater niet doorgaat? Kunnen we als raad binnenkort voorstellen verwachten tot het aanpassen van de structuurvisie en de cultuurnota?
  7. De ondernemers die betrokken zijn geweest bij het uitwerken van de business-case gaan verder met zoeken naar een geschikte partner. Zij hebben kennelijk wel vertrouwen in een goede afloop. Het college trekt in haar brief juist de conclusie dat het niet mogelijk is. De fractie van de PvdA Harderwijk vraagt zich af welke van de partijen nu gelijk heeft. Kan het zijn dat de datum van 1 augustus voor het college belangrijker was dan een levensvatbare business-case uitwerken? Kan het college aangeven hoe dit precies zit?