Column: #wel4meivoormij
Lang heb ik nagedacht over de keuze om vandaag mee te doen aan de stille tocht op de Dam om de slachtoffers te herdenken. Als ik eerlijk moet zijn, ook ik raakte ontmoedigd door de huidige koers van het politieke klimaat en het maatschappelijk debat. Middels het 4 mei-debat is het sommigen gelukt om het wij-zij denken opnieuw een boost te geven. Polarisatie wordt met de dag meer gestimuleerd. Het wantrouwen jegens elkaar groeit. Toen ik vanmorgen opstond en de eerste zonnestralen mijn kamer binnenvielen, vroeg ik mij af of het wel zin had om naar de Dam te gaan vanavond vanwege deze ontwikkelingen.
Met allerlei gedachten fluctuerend in mijn hoofd, stond ik op en begon ik aan mijn ochtendrituelen. Eenmaal in de trein, las ik het nieuws. Onze eigen Minister-President die tijdens een bezoek aan een vluchtelingenkamp in Libanon aan een vluchteling vraagt waarom hij is gevlucht en zich gedraagt alsof hij op een schoolreisje is. Ik schud mijn hoofd en ik scrol door. Donald Trump die namens de Republikeinen gaat vertegenwoordigen bij de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten. Ik kan nog steeds niet bevatten hoe het zover is gekomen dat een openlijk racistische, narcistische en banale type kans maakt om het Witte Huis in Washington te betreden. Okay, ik wil niet denken aan Donald. Te nare gedachte. Next. Berichtgevingen over Ebru Umar. NEXT. Gruwelijkheden in Aleppo, Syrië. Ik blijf hangen bij een video van Huffington Post waarbij ik beelden zie van angstige kinderen die op straat lopen en op zoek zijn naar familieleden tussen al die puinhoop. Diepe zucht. En weer dwaalt mijn gedachte af naar Mark Rutte die doodleuk aan een vluchteling de vraag stelt of hij terug zou willen gaan naar Syrië. Seriously, Rutte? Afijn, je begrijpt mij wel: ik werd op de vroege ochtend, al nippend aan mijn koffie verkeerd, behoorlijk weemoedig van al die berichtgevingen en van mijn eigen alledaagse besognes.
Nadat ik mijn telefoon had opgeborgen, merkte ik op dat ik schuin tegenover een bejaard echtpaar zat. Ze zullen wel ergens eind tachtig zijn. Net als ik, waren ze onderweg naar Amsterdam. De oude man ziet bijna niets en hield zich krampachtig vast aan zijn vrouw. Ik luister nooit gesprekken af, maar neem het mij dit keer niet kwalijk. Tijdens de ellenlange reis tussen Harderwijk en Amsterdam ben ik vatbaar voor elke afleiding. Het oude echtpaar neemt de plannen voor de dag door. Ze zijn van plan om vanavond deel te nemen aan de stille tocht. En dit maakt iets los in mij. Ik weet het uiteraard niet zeker, maar wat als dit aardige echtpaar ook een van de slachtoffers, nabestaanden of overlevenden is van de 2e WO? Misschien hebben zij wel geleden en gestreden voor de vrijheid waarin wij nu leven in Nederland. Dit zette mij aan het denken.
Ik werd mij meer bewust van het feit dat de overlevenden van de Holocaust steeds verminderen hetgeen betekent dat de kloof tussen het verleden, namelijk het tijdperk van de 2e WO, en het heden steeds groter wordt. Zij kunnen hun verhalen niet meer vertellen. En dat zijn juist de verhalen waaruit we lering zouden moeten trekken. Het toont aan hoe verschrikkelijk het allemaal kan lopen en dat het zo weer kan gebeuren! Eenmaal aangekomen op Centraal Station staat mijn keuze vast. Vandaag zou ik op de Dam gaan staan.
Op de Dam werd ik omringd door mensen vanuit alle hoeken van de samenleving. (Ex-) Vluchtelingen, Nederlanders met een andere afkomst en met name jongeren. Het moment van stilte, herdenking en zwijgen is juist nu nodig om de ernst van de gruwelijkheden van oorlog in te zien en elkaar te verbinden. Verbinding, dat is waar het om draait en de kracht van verbinding moet absoluut niet onderschat worden.